Logo Bijbelvers.net

2 Samuël 24:14



Statenvertaling
Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des HEEREN vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen.

Herziene Statenvertaling*
Toen zei David tegen Gad: Het benauwt mij zeer. Laten wij toch in de hand van de HEERE vallen, want Zijn barm­hartigheid is groot. Laat mij echter niet in de hand van mensen vallen.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen zeide David tot Gad: Het is mij zeer bang te moede; laat ons toch vallen in de hand des Heren, want zijn barmhartigheid is groot; maar laat mij niet vallen in de hand der mensen.

King James Version + Strongnumbers
And David H1732 said H559 unto H413 Gad, H1410 I am in a great H3966 strait: H6862 let us fall H5307 now H4994 into the hand H3027 of the LORD; H3068 for H3588 his mercies H7356 are great: H7227 and let me not H408 fall H5307 into the hand H3027 of man. H120

Updated King James Version
And David said unto Gad, I am in a great strait: let us fall now into the hand of the LORD; for his mercies are great: and let me not fall into the hand of man.

Gerelateerde verzen
1 Samuël 13:6 | Psalmen 106:41 - Psalmen 106:42 | Johannes 12:27 | Spreuken 12:10 | Jesaja 47:6 | 2 Kronieken 28:5 - 2 Kronieken 28:9 | 1 Kronieken 21:13 | Psalmen 130:4 | Psalmen 103:8 - Psalmen 103:14 | 2 Koningen 6:15 | Psalmen 119:156 | Zacharia 1:15 | Psalmen 86:5 | Psalmen 145:9 | Psalmen 51:1 | Jesaja 55:7 | Micha 7:18 | Éxodus 34:6 - Éxodus 34:7 | Filippenzen 1:23 | 2 Koningen 13:3 - 2 Koningen 13:7 | Jona 4:2 | Psalmen 86:15